De voorgeschiedenis van Stichting Jeugdbelangen

We gaan terug naar het midden van de jaren vijftig. Zeeland werd beschouwd als een dorp dat, op sociaal en cultureel gebied, best een opkikkertje kon gebruiken. Daartoe werd op 6 juni 1956 de Stichting Sociaal en Cultureel Welzijn opgericht. In het allereerste bestuur zaten burgemeester Werner, kapelaan De Haan en de heren J. Tonies en S. van Dongen. De stichting stelde zich ten doel: “Het bevorderen en verrichten van maatschappelijk jeugdvormend, cultureel en hygiënisch werk, voor zover dit werk als groepswerk verricht kan worden, aangepast aan de eigen aard der bevolking te Zeeland, Noord Brabant, zulks overeenkomstig de katholieke beginselen”.

Vol enthousiasme begon de stichting S.C.W. aan haar taak: prominente sprekers werden naar Zeeland gehaald om voorlichtingsavonden te verzorgen over godsdienstige zaken, opvoedingsproblemen, seksuele voorlichting en vrijetijdsbesteding van de jeugd. Er werden handenarbeidcursussen gegeven, winterhobbyclubs verschenen en zelfs organiseerde de stichting S.C.W. kaartjes voor toneelvoorstellingen te Nijmegen. Hiervoor hoefde men slechts 4 gulden te betalen, inclusief een retourtje met de bus naar de “Vereeniging”.

De stichting hielp de parochiële bibliotheek, verzorgde filmvoorstellingen, schonk veel aandacht aan het Bondsgebouw en Parochiehuis, maar vooral ging de aandacht uit naar het jeugdwerk. Zo was de stichting S.C.W. nauw betrokken bij de eerste jeugdvakantieweek in 1956, die werd geleid door mej. W. van de Loop, Mevr. M. Arts, Dhr. A. de Groot en kapelaan De Haan.

De jeugdvakantieweek werd gehouden op de Nabbegatseberg en kostte slechts Fl. 0,40 per kind. Natuurlijk konden daarmee de kosten niet worden gedekt, maar de kinderen raapten dennenappels (toten), zodat met de opbrengst hiervan, het nadelig saldo met Fl. 45,00 kon worden verminderd.

Er werd een jongensgilde opgericht en men probeerde een volleybalclub van de grond te krijgen. De korfbalclub herrees uit haar as. De actieve stichting S.C.W. kreeg al gauw versterking in de personen van juf. W. van de Loop, die het secretariaat ging verzorgen en de heren J. van Schijndel en Th. Van Boxtel. Voorzitter werd de nieuwe burgemeester, Mr. F. Verheyen.

De stichting nam initiatieven tot het houden van Driekoningen- en Palmpaasoptochten. De Palmpaasoptochten werden in het begin geleid door leidsters van het Genoveva-gilde. Stichting S.C.W. schafte een piano aan voor het parochiehuis, men kocht één pick-up voor alle verenigingen en men streefde naar het aantrekken van een beroepskracht voor het opbouwwerk.

Ook is er lange tijd gesproken over het bouwen van een blokhut op de Nabbegatseberg, maar ja……de centen ontbraken.

Toch deed men er alles aan om aan centen te komen: er werden films gedraaid in Zaal Van Casteren, er werd binnen en buiten de kerk gecollecteerd en leerlingen van de Jongensschool haalden trouw oud papier op. Om de harmonie aan nieuwe uniformen te helpen organiseerde S.C.W. een tuinfeest.

De Jeugdraad.

De stichting S.C.W. zette zoveel in beweging, dat niet alles meer te behappen was. Daarom kwam men tot een onderafdeling voor het jeugdwerk. Dat werd de Jeugdraad. Hierin zaten vertegenwoordigers van de Harmonie, K.A.I., V.K.A.I., R.K.J.B., R.K.B.B., Welpen, Jongensgilde, Genoveva-gilde, Festilent, Korfbalclub, Blauw-Wit, Stewardesjes en de Rijvereniging. Deze “Jeugdraad” is te zien als de voorloper van Stichting Jeugdbelangen.

Op 30 september 1958 kwam de Jeugdraad voor het eerst in vergadering bijeen. Uiteraard moest er een bestuur worden gekozen. Het bestuur bestond uit: J. van Schijndel (voorzitter), R. van Dongen (secretaresse), S. van Dongen (penningmeester), Th. van Boxtel, A. Kunneman, J. Laurenssen en kapelaan De Haan.

De eerste activiteit van de Jeugdraad was het organiseren van een fancyfair ten bate van de verlichting van het sportveld. Om flink publiek te trekken bedacht men een stunt:

’s zondags, na het lof, werd op een hoogkar, een heuse fakir naar de fancyfair gereden. “Komt dat zien, komt dat zien en laat de dubbeltjes rollen”.

De jeugdraad ging dansen organiseren voor de jeugd en wederom boog men zich over de nooitgebouwde blokhut. De jeugdraad organiseerde een palmpaasoptocht, waarbij de kinderen snoepjes aan de palmpaasstokken hingen. De “opbrengst” was bestemd voor de kinderen in het Gasthuis te Uden. Uiteraard ging de Jeugdraad ook de Koninginnedagfeesten voor de kinderen organiseren. Maar ook op andere terreinen was de jeugdraad actief! Zo maakte de raad zich ernstig zorgen over het niveau van de films, die werden vertoond door de plaatselijke zaalhouders. Kapelaan De Haan stapte erop af om dat varkentje eens te wassen!!

In het notulenboek van de Jeugdraad kan men enige wrijving constateren tussen de Jeugdraad, Stichting S.C.W., de burgemeester en de schoolhoofden. Voortdurend stootte men op competitievragen: Wie moet wat betalen?; Wie is verantwoordelijk?; Wie kan opdrachten aan wie geven?; etc. Hoe dan ook: de laatste notulen van de vergaderingen van de Jeugdraad, d.d. 14 september 1959, eindigden met de mededeling van de secretaris, dat “ondergetekende heeft bedankt”.

Stichting Jeugdbelangen.

Op 19 november 1962 is men met een nieuwe start begonnen. Toen werd Stichting Jeugdbelangen opgericht. Enkele oprichters waren: Theo van Boxtel, Simon van Dongen, Jan van Schijndel, Mevrouw Knijnenburg, Mevrouw Tonies, Theo Schutjens, Martien van Hinthum, Bart Kunneman, Jan Laurenssen en Toon van de Burgt. Helaas zijn van de eerste drie jaren geen notulen bewaard gebleven. Vanaf 1965 tot heden bestaat er een duidelijk beeld van het reilen en zeilen van Stichting Jeugdbelangen.

Naast de bekende activiteiten (INKA-kamp, Koninginnedag, Palmpasen, Ganzenbordspel) bleek S.J.B. zich ook met andere zaken bezig te houden. Zo werd er in de vergaderingen (in 1965) van S.J.B. vaak gesproken over een Zeelands krantje, hetgeen resulteerde in Ut Rookelijzer. Uit dezelfde tijd stamt het begin van de verjaardagenactie. Opvallend is te lezen, hoeveel energie men in het midden van de jaren zestig stak in (mislukte) pogingen om een jeugdgemeenteraad op te richten.

Oudere Zeelanders herinneren zich misschien nog, dat S.J.B. werd ingeschakeld om de Zeelandse bevolking enigszins vertrouwd te maken met de Corridor. Aanvankelijk waren veel mensen nogal huiverig: zou de veiligheid in het dorp niet aangetast worden door de komst van een jeugdgevangenis?

S.J.B. hield zich met veel zaken bezig, bijvoorbeeld met het organiseren van een luizenmarkt, het houden van een jeugdcircus, het oprichten van een tienerbar, een blokfluitclub, een kinderzangkoor, een jongerensoos, etc.

Primair ging en gaat nog steeds de aandacht uit naar de jeugd.

Dat is in deze 50 jaren niet veranderd!!